Veelgestelde vragen: Smart Maps

Ja, plaats het apparaat eerst op één niveau. Rechtsklik vervolgens op het apparaat, selecteer [apparaat] zichtbaar op niveaus en geef dan aanvullende niveaus op waaraan je het apparaat wilt koppelen.

Op de Smart Map zijn omtrekken van gebouwen vierkant. Milestone raadt je aan de vorm van het gebouw aan te passen met de hoekgrepen zodat deze het werkelijke gebouw wordt bedekt.

Je kunt een van de ondersteunde aangepaste overlays gebruiken:
-
Vormbestanden
-
-tekeningen
-
Beelden
Zie Aangepaste overlays.

De maximale grootte van aangepaste overlays is als volgt:
-
CAD-tekeningen:100 MB
-
Beelden: 50 MB
-
Vormbestanden:80 MB
Je kunt de maximale grootte aanpassen door de waarden in het bestand client.exe.config te wijzigen. Raadpleeg de systeembeheerder.

Ja, je kunt elk gewenst aantal plattegronden toevoegen aan hetzelfde niveau, bijvoorbeeld een voor de noordvleugel en een voor de zuidvleugel.

In dat geval is het apparaat zichtbaar op alle niveaus.
Het ontkoppelen van een apparaat van de niveaus in een gebouw is bijvoorbeeld relevant als het apparaat in een lift is geplaatst. Wanneer je een apparaat toevoegt aan een gebouw, wordt het apparaat automatisch gekoppeld aan het geselecteerde niveau. Als je het apparaat wilt ontkoppelen, rechtsklik je in de instelmodus op de het apparaat, selecteer je [apparaat] zichtbaar op niveaus en zorg je dat er geen niveaus zijn geselecteerd.

Nee, de plattegrond blijft op de oorspronkelijke, geografische locatie en is alleen zichtbaar in de instelmodus. Je moet de positie van de plattegrond handmatig wijzigen.

Ja, de apparaten blijven gekoppeld aan het niveau.

De plattegronden worden verwijderd, maar de apparaten blijven behouden.