Lagen op een smart map weergeven of verbergen

Je kunt lagen op de smart map weergeven of verbergen, inclusief de geografische achtergrond. Deze functie is handig als je je op een specifiek element wilt focussen of de weergave op de smart map wilt vereenvoudigen.

  1. Selecteer je smart map.

  2. Klik op de werkbalk op Lagen en aangepaste overlays weergeven of verbergen.

  3. Als je de lagen van systeemelementen en aangepaste overlays wilt weergeven of verbergen, schakel je de selectievakjes in of uit.

    Door de laag Systeemelementen te verbergen, worden alle microfoons gedempt tot je de laag weer weergeeft. Handmatig gedempte microfoons blijven gedempt.

  4. Als je de laag geografische achtergrond wilt verbergen, selecteer je Geen.

    De geografische referenties zijn nog steeds van toepassing op de smart map, zelfs als de geografische achtergrondlaag verborgen is.