Een camera vervangen maar de instellingen behouden

Je kunt een camera in een weergave vervangen en toch de instellingen voor dat weergave-item behouden.

  1. Selecteer Instellingen op de werkruimtetaakbalk.

  2. In het deelvenster Weergaven, selecteer je de weergave en het cameraweergave-item dat je wilt vervangen.

  3. Selecteer in het deelvenster Eigenschappen de ellipsknop naast het veld Cameranaam.

  4. Selecteer de nieuwe camera.

  5. Selecteer Instellen opnieuw om de modus Instellingen te verlaten en uw wijzigingen op te slaan.