Gebeurtenissen en alarmen
Alarmen (uitleg)
Deze functie is alleen beschikbaar in bepaalde bewakingssystemen. Voor informatie over de functies in uw systeem gaat u naar Verschillen tussen bewakingssystemen.
Op de bewakingsserver kan vrijwel elk type incident of technisch probleem (gebeurtenissen) worden ingesteld om een alarm te activeren. Deze worden weergegeven op het tabblad Alarmbeheer, dat een centraal overzicht geeft van VMS-incidenten, de status en mogelijke technische problemen.
Het tabblad Alarmbeheer wordt weergegeven of verborgen, afhankelijk van de instellingen die zijn gedefinieerd door de systeembeheerder.
U kunt in XProtect Smart Client niet instellen waardoor alarmen worden geactiveerd. Dit wordt gedaan door de beheerder van het bewakingssysteem als onderdeel van de configuratie van het bewakingssysteem.
Het tabblad Alarmbeheer biedt een specifieke weergave voor alarm- of gebeurtenisafhandeling. Het tabblad zelf toont het aantal actieve alarmen (maximaal negen; als er meer alarmen zijn, wordt dit aangegeven met 9+) . Het tabblad Alarmbeheer bevat een alarmlijst, een alarmvoorbeeld (voor het bekijken van beelden die aan specifieke alarmen of gebeurtenissen zijn gekoppeld) en, indien beschikbaar, een kaartpositie (voor geografische weergave van alarmaanduidingen). Klik op de knop Rapport om relevante rapporten over de incidenten weer te geven (zie Alarmrapporten weergeven).
Alarmlijst (uitleg)
Standaard worden binnenkomende alarmen in de alarmlijst weergegeven, met de meest recente alarmen boven in de lijst. In de alarmlijst kan ook een lijst met MIPAfkorting voor Milestone Integration Platform.-plug-ins en analysegebeurtenissen worden weergegeven, bijvoorbeeld toegangsbeheer of kentekenherkenning (LPR). Als u een lijst met gebeurtenissen wilt weergeven, kunt u in de instelmodus definiëren dat in de alarmlijst gebeurtenissen worden weergegeven (zie Instellingen van alarmlijst). Alarmen of gebeurtenissen waaraan beelden zijn gekoppeld, worden weergegeven met het pictogram
. Als u een stilstaand beeld van het tijdstip van het alarm of de gebeurtenis
Een vooraf gedefinieerd voorval dat plaatsvindt in het bewakingssysteem en dat door het bewakingssysteem wordt gebruikt om acties te starten. Afhankelijk van de configuratie van het bewakingssysteem kunnen gebeurtenissen worden veroorzaakt door invoer vanuit externe sensoren, door gedetecteerde beweging, door gegevens die van andere toepassingen worden ontvangen of handmatig via gebruikersinvoer. Het optreden van een gebeurtenis kan bijvoorbeeld worden gebruikt om een camera met een bepaalde framesnelheid te laten opnemen, uitvoer te activeren, e-mailberichten te verzenden of een combinatie hiervan. wilt weergeven, plaatst u de muis op het pictogram. Als u een voorbeeld wilt bekijken van beelden die zijn opgenomen door de aan het alarm of de gebeurtenis gekoppelde camera(’s), selecteert u het alarm of de gebeurtenis in de lijst. Als u een herhalend alarmgeluid wilt stopzetten, selecteert u in de lijst het alarm dat aan het geluid is gekoppeld.
U kunt bepalen hoe u de lijst wilt weergeven: u kunt de kolommen filteren, u kunt de kolommen naar verschillende posities slepen en u kunt rechtsklikken om bepaalde kolommen weer te geven of te verbergen.
In de gebeurtenislijst worden geen gebeurtenissen weergegeven die door het systeem of de gebruiker zijn gegenereerd, zoals bewegingsdetectie of archieffouten.
De lijst wordt om de 3 seconden bijgewerkt.
Servers in alarmlijst (uitleg)
Aan de linkerkant van de alarmlijst kunt u de servers bekijken waarvan de alarmen afkomstig zijn. Veel bewakingssystemen hebben slechts één server, maar sommige systemen kunnen bestaan uit meerdere servers in een hiërarchie. Alle servers waartoe u toegang hebt, worden vermeld. In de alarmfilters kunt u alarmen filteren op servers.
Alarmstatussen (uitleg)
Alarmen kunnen de volgende statuswaarden hebben: Nieuw, Wordt uitgevoerd, In wachtstand of Gesloten. De status van elk alarm wordt weergegeven in de kolom Statusnaam van de alarmlijst. In het deelvenster Filters kunt u filteren aan de hand van bepaalde criteria (zie Alarmen filteren). Aanvankelijk hebben alle alarmen de status Nieuw, maar wanneer een alarm in behandeling is, wordt de status ervan bijgewerkt.
Alarmen filteren
U kunt de alarmlijst op verschillende manieren filteren zodat alleen de alarmen of gebeurtenissen worden getoond waarin u geïnteresseerd bent.
Volg deze stappen:
-
Klik in de werkbalk van de alarmlijst op de tekst Aangepast (filter toegepast) of Geen filter. De tekst kan afhankelijk zijn van het geselecteerde filter.
- Voer filtercriteria in voor elk van de gewenste kolommen. Als u bijvoorbeeld een gebruikers-ID invoert in het veld ID, worden in de lijst alleen alarmen weergegeven die aan die bepaalde gebruiker zijn gekoppeld.
- U kunt filters combineren, bijvoorbeeld Statusnaam en Eigenaar (Toegewezen aan).
- Als u wilt terugkeren naar de niet-gefilterde alarmlijst, klikt u op de knop Filter wissen.
- Als u de inhoud van de alarmlijst wilt sorteren, klikt u in de alarmlijst op de titel van de kolom.
Als de weergaven voor alarmafhandeling mapinhoud bevatten, kunt u de alarmlijst ook filteren door te rechtsklikken op een element (camera, server en dergelijke) op de kaart en vervolgens Alarmen weergeven te selecteren. Hiermee worden in de alarmlijst alleen alarmen van het geselecteerde element weergegeven.
Reageren op alarmen
Alarmdetails weergeven en bewerken
U kunt op verschillende manieren reageren op alarmen. U kunt naar een willekeurige weergave gaan waar u de Alarmlijst hebt toegevoegd en op het alarm dubbelklikken. Het alarm wordt in een afzonderlijk venster geopend, waar u het alarmincident en livebeelden kunt bekijken. U kunt ook op het alarm reageren door de velden in de onderstaande tabel te wijzigen.
Afhankelijk van de configuratie van uw VMSAfkorting voor videomanagementsoftware.-systeem, kunt u ook desktopmeldingen ontvangen van alarmen. Deze meldingen blijven gedurende 15 seconden zichtbaar op het scherm. Wanneer u op een melding klikt, gaat u direct naar het tabblad Alarmbeheer en wordt het alarmvenster geopend.
Veld | Beschrijving |
---|---|
Status |
De status van het alarm geeft aan of iemand de gebeurtenis heeft verwerkt. U kunt de status van het alarm wijzigen. Doorgaans wijzigt u de status van Nieuw in Wordt uitgevoerd en later naar In wachtstand of Gesloten. Desgewenst kunt u de status echter ook wijzigen van bijvoorbeeld In wachtstand in Nieuw. |
Prioriteit |
Hiermee kunt u de prioriteit van het alarm wijzigen. |
Toegewezen aan |
Hiermee kunt u het alarm toewijzen aan een gebruiker binnen uw organisatie, inclusief uzelf. De persoon aan wie u het alarm toewijst, wordt de eigenaar van het alarm en wordt vermeld in de kolom Eigenaar van het alarm. |
Opmerking |
Schrijf hier op- en aanmerkingen die worden toegevoegd aan het gedeelte Activiteiten. Opmerkingen hangen doorgaans samen met uw uitgevoerde acties. Voorbeelden: ‘Verdachte aangehouden door beveiliging’, ‘Verdachte overgedragen aan politie’ of ‘Vals alarm’. Het opmerkingenveld wordt onder in het venster weergegeven. |
Activiteiten |
De activiteiten vormen een overzicht van de wijze waarop het alarm is afgehandeld. Alle wijzigingen die u of uw collega’s aanbrengen in de prioriteit of status van het alarm, het opnieuw toewijzen van het alarm tussen gebruikers en alle toegevoegde opmerkingen worden automatisch opgenomen in het gedeelte Activiteiten. Afhankelijk van de configuratie van de bewakingsserver kan het alarm instructies bevatten over de uit te voeren actie naar aanleiding van het alarm. De instructies worden gedefinieerd aan de serverzijde als onderdeel van de alarmdefinitie. In dat geval worden de activiteiten automatisch weergegeven wanneer u het alarm bewerkt. |
Afdrukken |
Hiermee kunt u een rapport afdrukken dat gegevens over het alarm bevat, bijvoorbeeld de alarmgeschiedenis en een stilstaand beeld |
Alarmen accepteren
Wanneer u een alarm hebt ontvangen, kunt u het accepteren om aan te geven dat u er iets mee gaat doen.
Volg deze stappen:
-
Rechtsklik in de alarmlijst op het alarm en selecteer Accepteren. De alarmstatus verandert in Wordt uitgevoerd.
U kunt alleen nieuwe alarmen accepteren.
- Als u meerdere alarmen tegelijk wilt accepteren, houdt u de Ctrl-toets ingedrukt en selecteert u vervolgens de alarmen die u wilt accepteren.
- Dubbelklik op een alarm om de details van het alarm te bewerken, bijvoorbeeld om het alarm toe te wijzen aan iemand en instructies toe te voegen.
Alarmen uitschakelen
Als u weet dat een bepaalde activiteit een vals alarm veroorzaakt, wilt u alarmen van dit type activiteit mogelijk gedurende een bepaalde periode uitschakelen. Hierdoor kan het lastig zijn de werkelijke alarmen te onderscheiden die u moet afhandelen. Als er bijvoorbeeld veel beweging is in de buurt van een bepaalde camera en hierdoor verschillende valse alarmen worden gegenereerd, kunt u gedurende 10 minuten alarmen bij bewegingsdetectie uitschakelen voor deze camera.
- Selecteer het alarm in de alarmlijst.
- Rechtsklik en selecteer Nieuwe alarmen uitschakelen.
- Geef in het venster Alarmen uitschakelen op hoe lang u het alarmen wilt uitschakelen.
Alarmen negeren
Op een kaart kunt u een alarm voor een element voor een bepaalde tijdsduur negeren. Als een camera bijvoorbeeld wordt gerepareerd en daarom niet is aangesloten, kunt u de fout die op de kaart wordt weergegeven negeren zolang de reparatie duurt. Wanneer u een alarm op een kaart negeert, wordt het alarm niet verwijderd uit de alarmlijst, maar alleen van de map.
Alarmen sluiten
Nadat u een alarm hebt geaccepteerd, wijst u het gewoonlijk toe aan iemand die onderzoekt wat er aan de hand is. Gedurende die tijd heeft het alarm de status Wordt uitgevoerd. Na het afhandelen van het alarm kunt u het sluiten.
U kunt een alarm op een van de volgende manieren sluiten in de Alarmlijst:
- Rechtsklik op het alarm en selecteer Sluiten.
- Dubbelklik op het alarm en selecteer Gesloten in de lijst Status.
Alarmrapporten afdrukken
U kunt een rapport afdrukken met alarmgegevens, waaronder de alarmgeschiedenis en, indien beschikbaar, een stilstaand beeld van het tijdstip van het alarm. U kunt deze functie niet gebruiken als u meerdere alarmen in de alarmlijst hebt geselecteerd.
Volg deze stappen:
- Rechtsklik op het alarm in de alarmlijst.
- Selecteer Afdrukken. Er wordt een venster weergegeven.
- Als u een opmerking wilt toevoegen, voert u de tekst in het veld Opmerking.
- Klik op de knop Afdrukken.
Alarmrapporten weergeven
Alarmrapporten zijn alleen beschikbaar als u XProtect Corporate, XProtect Expert, XProtect Professional+ of XProtect Express+ gebruikt.
- Klik op de knop Rapport om het venster Alarmrapport te openen, waarin u twee grafieken kunt weergeven van een van de volgende vooraf gedefinieerde rapporten:
- Categorie
- Status
- Prioriteit
- Oorzaken voor sluiten
- Locatie
- Reactietijd
U kunt het interval van het rapport filteren om alarmen weer te geven over een periode van 24 uur, 7 dagen, 30 dagen, 6 maanden of een jaar.
Selecteer de categorieën, statuswaarden, prioriteiten, oorzaken voor sluiten, locaties of reactietijden die u in elk van de twee grafieken wilt weergeven, zodat u deze naast elkaar kunt vergelijken. In de grafieken wordt op de verticale as het aantal alarmen weergegeven en op de horizontale as de tijd.
Alarmen op kaarten (uitleg)
Als de weergave voor alarmafhandeling een of meer kaartposities bevat, kunt u ook alarmen op een kaart weergeven. Op kaarten worden alarmen weergegeven op basis van de geografische locatie van de camera, server of ander apparaat waardoor het alarm is geactiveerd. Zo kunt u direct zien waar het alarm vandaan komt. U kunt rechtstreeks op de kaart rechtsklikken op het alarm en dit accepteren, uitschakelen of onderdrukken.
Wanneer u de muis op een camera-element plaatst, worden miniatuurbeelden weergegeven. In combinatie met alarmen worden de grafische elementen op kaarten weergegeven met een rode cirkel eromheen als een alarm optreedt. Als bijvoorbeeld een alarm optreedt dat aan een bepaalde camera is gekoppeld, wordt direct een rode cirkel weergegeven rond het grafische element dat deze camera vertegenwoordigt. Vervolgens kunt u op het camera-element klikken en niet alleen beelden van de camera weergeven, maar ook het alarm afhandelen via het getoonde menu.
Als rood geen geschikte kleur is om alarmen aan te geven op uw kaart, kunt u de kleur wijzigen.
Stel dat de camera waaraan een alarm is gekoppeld zich bevindt op een kaart op straatniveau, maar u bekijkt een kaart op stadsniveau. Hoe kunt u het alarm dan waarnemen? Dit is geen probleem, dankzij hotzones. Dit zijn grafische voorstellingen die verschillende niveaus in een kaarthiërarchie aan elkaar koppelen. Als een alarm wordt gedetecteerd op de kaart op straatniveau, wordt de hotzone op de kaart op stadsniveau rood om aan te geven dat er een alarm is op een kaart op een lager niveau, ook als zich hiertussen nog kaartniveaus bevinden.
Als u wilt terugkeren naar de alarmlijstmodus waarin alarmen van meerdere elementen worden weergegeven, klikt u op de gewenste server, prioriteit of status in de alarmlijst.
Raadpleeg Camerapictogrammen (uitleg) voor meer informatie over pictogrammen op een Smart Map.
Gebeurtenissen (uitleg)
Een gebeurtenis is een vooraf gedefinieerd voorval in het bewakingssysteem dat kan worden ingesteld om een alarm te activeren. Gebeurtenissen zijn vooraf gedefinieerde systeemgebeurtenissen of door de gebruiker opgegeven gebeurtenissen (bijvoorbeeld analytische gebeurtenissen, algemene gebeurtenissen of door de gebruiker opgegeven). Gebeurtenissen zijn niet noodzakelijkerwijs gekoppeld aan een alarm, maar dit kan wel het geval zijn.
Doorgaans worden gebeurtenissen automatisch en op de achtergrond geactiveerd (bijvoorbeeld als resultaat van invoer van externe sensoren, gedetecteerde beweging of door gegevens van andere toepassingen). U kunt gebeurtenissen echter ook handmatig activeren. Gebeurtenissen worden door de beheerder van het bewakingssysteem gebruikt om acties te starten, zoals het starten of stoppen van opnamen, het wijzigen van video-instellingen, het activeren van uitvoerGegevens die een computer verlaten. Op IP-bewakingssystemen wordt uitvoer vaak gebruikt voor het activeren van objecten zoals toegangsdeuren, sirenes, knipperlichten, enzovoort. of combinaties van acties. Wanneer u een gebeurtenis activeert vanuit XProtect Smart Client, worden automatisch acties op het bewakingssysteem geactiveerd, bijvoorbeeld opnemen op een bepaalde camera met een bepaalde framesnelheid
Een grootheid die de hoeveelheid informatie in bewegende videobeelden aangeeft. Deze grootheid wordt meestal uitgedrukt in fps (frames per seconde). gedurende een bepaalde periode, of het verzenden van een sms met een vooraf gedefinieerde beschrijving van het incident naar een bepaalde beveiligingsfunctionaris.
De beheerder van het bewakingssysteem bepaalt wat er gebeurt wanneer u handmatig een gebeurtenis activeert. Mogelijk gebruikt de beheerder van het bewakingssysteem de termen gebeurtenisknoppen, door de gebruiker gedefinieerde gebeurtenissen of aangepaste gebeurtenissen voor handmatig geactiveerde gebeurtenissen.
Gebeurtenissen handmatig activeren
De gebeurtenissenEen vooraf gedefinieerd voorval dat plaatsvindt in het bewakingssysteem en dat door het bewakingssysteem wordt gebruikt om acties te starten. Afhankelijk van de configuratie van het bewakingssysteem kunnen gebeurtenissen worden veroorzaakt door invoer vanuit externe sensoren, door gedetecteerde beweging, door gegevens die van andere toepassingen worden ontvangen of handmatig via gebruikersinvoer. Het optreden van een gebeurtenis kan bijvoorbeeld worden gebruikt om een camera met een bepaalde framesnelheid te laten opnemen, uitvoer te activeren, e-mailberichten te verzenden of een combinatie hiervan. in de lijst zijn gegroepeerd op server en op de camera of het apparaat waaraan de gebeurtenis is gekoppeld. U kunt een gebeurtenis handmatig activeren. U krijgt geen bevestiging nadat u uitvoer
Gegevens die een computer verlaten. Op IP-bewakingssystemen wordt uitvoer vaak gebruikt voor het activeren van objecten zoals toegangsdeuren, sirenes, knipperlichten, enzovoort. hebt geactiveerd.
- Vouw het deelvenster Gebeurtenis van het tabblad Live uit.
- Klik op Activeren.
- Indien beschikbaar voor de camera, kunt u ook klikken op de overlayknop
Knop die als een laag boven op de beelden wordt weergegeven wanneer u in het tabblad Live de muisaanwijzer op een specifieke camerapositie in een weergave plaatst. Met overlayknoppen kunt u luidsprekers, gebeurtenissen en uitvoer activeren, PTZ-camera’s verplaatsen, opnamen starten en indicatoren van camera’s wissen., die wordt weergegeven wanneer u de muis boven het beeld houdt.
Hiërarchisch worden globale gebeurtenissen direct onder de betreffende server vermeld. Als bij een server een rood pictogram wordt weergegeven, is de server niet beschikbaar en kunt u er geen gebeurtenissen voor activeren.