Geavanceerde instellingen

Met de Geavanceerde instellingen kun je geavanceerde XProtect Smart Client opties instellen. Als je niet bekend bent met de geavanceerde opties en de werking ervan, behoud je de standaardinstellingen. Bij verbinding met bepaalde bewakingssystemen heeft je mogelijk een kolom Server volgen. In deze kolom kun je aangeven dat de aanbevolen instellingen van de server volgt die zijn ingesteld in de Smart Client-profielen van XProtect Smart Client. Mogelijk worden bepaalde instellingen al door de server geregeld. In dat geval wordt door de configuratie op de server bepaald of je deze instellingen kunt overschrijven.

Naam

Beschrijving

Multicast

Uw systeem ondersteunt multicasting van livestreams vanuit opnameservers naar clients. Als meerdere XProtect Smart Client-gebruikers livebeelden van dezelfde camera willen bekijken, kan het gebruik van systeembronnen aanzienlijk worden beperkt door multicasting. Multicasting is met name nuttig als je de Matrix functionaliteit gebruikt waarbij meerdere clients livebeelden van dezelfde camera nodig hebben.

Multicasting is alleen mogelijk voor livestreams, niet voor opgenomen videobeelden/audio.

Ingeschakeld: dit is de standaardinstelling. In de XProtect Management Client moet de functionaliteit ook op de opnameservers en camera’s zijn ingeschakeld om multicasting van servers naar clients beschikbaar te maken.

Uitgeschakeld: multicasting is niet beschikbaar.

Hardwareversnelling

Hiermee bepaal je of decoderen met hardwareversnelling kan worden gebruikt. De belasting op de CPJe is hoog in een weergave met veel camera’s. Met hardwareversnelling wordt een deel van de processorbelasting verplaatst naar de GPJe (Graphics Processing Jenit). Dit verbetert de decoderingsmogelijkheid en prestaties van de computer. Dit is met name nuttig als je meerdere H.264/H.265GeslotenEen compressiestandaard voor digitale video. Net als MPEG maakt de standaard gebruik van compressie met kwaliteitsverlies.-videostreams met een hoge framesnelheidGeslotenEen grootheid die de hoeveelheid informatie in bewegende videobeelden aangeeft. Deze grootheid wordt meestal uitgedrukt in fps (frames per seconde). en hoge resolutie bekijkt.

Automatisch is de standaardinstelling. De computer wordt gecontroleerd op decodeerbronnen en hardwareversnelling wordt altijd ingeschakeld indien beschikbaar.

Uitgeschakeld schakelt hardwareversnelling uit. Decoderen wordt alleen door de CPU uitgevoerd.

Maximale aantal decodeerthreads

Hiermee bepaalt je hoeveel decodeerthreads worden gebruikt om videostreams te decoderen. Met deze optie kun je de prestaties op computers met meerdere kernen verbeteren, zowel in de livemodus als de afspeelmodus. De precieze prestatieverbetering hangt af van de videostream. Deze instelling is vooral van belang wanneer je sterk gecodeerde videostreams met hoge resolutie gebruikt, zoals H.264/H.265. Hiervoor kan de prestatieverbetering aanzienlijk zijn. De instelling is minder belangrijk wanneer je bijvoorbeeld JPEG of MPEG-4 gebruikt. Let erop dat het geheugen meestal zwaar belast wordt bij decoderen met meerdere threads. De ideale instelling hangt af van het type computer dat je gebruikt, het aantal camera’s dat je wilt weergeven en van de resolutie en framesnelheid.

Normaal houdt in dat ongeacht het aantal kernen van de computer slechts één kern per weergave-item wordt gebruikt.

Automatisch is de standaardinstelling. Automatisch houdt in dat de computer net zoveel threads per weergave-item worden gebruikt als het aantal kernen van de computer. Het maximale aantal threads is echter acht en het werkelijke aantal gebruikte threads kan lager zijn, afhankelijk van de gebruikte codecGeslotenEen technologie om audio- en videogegevens te comprimeren en te decomprimeren, bijvoorbeeld in een geëxporteerd AVI-bestand. (technologie voor compressie/decompressie).

Ervaren gebruikers kunnen handmatig het aantal gebruikte threads selecteren, met een maximum van acht. Het aantal dat je selecteert, vertegenwoordigt een maximum. Het werkelijke aantal gebruikte threads kan lager zijn, afhankelijk van de codec (technologie voor compressie/decompressie).

Deze instelling heeft invloed op alle cameraposities in alle weergaven, zowel in de livemodus als de afspeelmodus. Je kunt de instelling voor specifieke cameraposities of weergaven niet specificeren. Aangezien deze instelling niet voor alle cameraposities en weergaven even ideaal is, word je aangeraden de effecten bij te houden en de instelling desgewenst aan te passen om zo de optimale balans te verkrijgen tussen prestatieverbetering en geheugengebruik.

Adaptieve streaming

Bepaalt of adaptieve streaming in gebruik is. De belasting op de CPU en GPU is hoog in een weergave met veel camera’s. Met adaptieve streaming worden in XProtect Smart Client automatisch de live videostreams geselecteerd waarvan de resolutie het best overeenkomt met de streams die zijn aangevraagd door de weergave-items. Hierdoor wordt de belasting op de CPU en GPU verlaagd, waardoor de decodeercapaciteiten en prestaties van de computer worden verbeterd.

Uitgeschakeld is de standaardinstelling. Er vindt geen automatische streamselectie plaats.

Ingeschakeld scant de systeemconfiguratie van XProtect op beschikbare streams en selecteert de best overeenkomende streams voor de geselecteerde weergave.

Hoewel je adaptieve streaming kunt inschakelen wanneer slechts één stream beschikbaar is, moet je ten minste twee streams met verschillende resoluties per camera hebben om te profiteren van adaptieve streaming.

Deze instelling heeft invloed op alle weergaven in de livemodus.

De-interliniëring

Interliniëring bepaalt hoe een beeld wordt ververst op een beeldscherm. Het beeld wordt ververst door eerst alle oneven lijnen in het beeld te scannen en vervolgens alle even lijnen. Op deze manier kunnen beelden sneller worden ververst omdat tijdens een scan minder informatie wordt verwerkt. Interliniëring kan echter leiden tot flikkerend beeld of de verandering in de helft van de beeldlijnen kan waarneembaar zijn. Met de-interliniëring converteer je beelden naar een niet-geïnterlinieerde indeling. De meeste camera’s produceren geen geïnterlinieerde beelden en deze optie heeft geen invloed op de kwaliteit of prestaties van niet-geïnterlinieerde beelden.

Geen filter is de standaardinstelling. Er wordt geen de-interliniëring toegepast, dus de kenmerkende gekartelde randen kunnen optreden in beelden met bewegende objecten. Dit komt doordat de even en oneven lijnen van het volledige beeld in elkaar worden geschoven om het beeld met de volledige resolutie samen te stellen. Deze lijnen worden echter niet op hetzelfde moment opgenomen door de camera, dus bewegende objecten vormen niet één lijn tussen de twee sets met lijnen, waardoor het effect van gekartelde randen optreedt. Invloed op prestaties: Geen.

Verticaal aanpassen bovenste veld: Met deze optie worden alleen de even lijnen gebruikt. Elke oneven lijn wordt ‘gekopieerd’ van de vorige (even) lijn. Het effect is dat geen gekartelde randen optreden, maar dit gaat ten koste van de verticale resolutie. Invloed op prestaties: Kleiner dan bij de optie Geen filter, aangezien slechts de helft van het aantal lijnen moet worden nabewerkt.

Verticaal aanpassen onderste veld: Met deze optie worden alleen de oneven lijnen gebruikt. Elke even lijn wordt ‘gekopieerd’ van de volgende (oneven) lijn. Het effect is dat geen gekartelde randen optreden, maar dit gaat ten koste van de verticale resolutie. Invloed op prestaties: Kleiner dan bij de optie Geen filter, aangezien slechts de helft van het aantal lijnen moet worden nabewerkt.

Adaptieve inhoud: Deze optie wordt een filter toegepast op gedeelten van het beeld waar anders gekartelde randen kunnen optreden. Waar geen gekartelde randen worden gedetecteerd, blijft het beeld ongewijzigd. Het effect is dat gekartelde randen worden verwijderd en de volledige verticale resolutie behouden blijft in de gedeelten van het beeld waar geen gekartelde randen te zien zijn. Invloed op prestaties: Groter dan bij de optie Geen filter aangezien het totale CPU-gebruik per gedecodeerd en opgebouwd frame met ongeveer 10% toeneemt.

Overlay met diagnostische videogegevens

Hiermee kun je de instellingen en het prestatieniveau van de videostream in de geselecteerde weergave bekijken. Dit is nuttig wanneer je instellingen wilt controleren of een probleem wilt onderzoeken.

Je kunt kiezen uit de volgende opties:

Verbergen: Geen overlay met videodiagnose. Dit is de standaardinstelling.

Niveau 1: Frames per seconde, videocodec en videoresolutie.

Niveau 2: Frames per seconde, videocodec, videoresolutie, multicast en status van hardwareversnelling.

Niveau 3: Foutopsporingsniveau. Hoofdzakelijk voor systeembeheerders voor probleemoplossing of optimalisatie van systeemprestaties.

Tijdzone

Wijzig de tijdzone, bijvoorbeeld als de tijd die wordt weergegeven in de titelbalk van camera niet overeenkomt met de huidige tijd. Selecteer een vooraf gedefinieerde tijdzone of een aangepaste tijdzone:

  • Lokaal: De tijdzone van de computer waarop de XProtect Smart Client draait

  • Tijdzone server: De tijdzone van de server

  • UTC

  • Aangepaste tijdzone: Als je een specifieke tijdzone wenst, schakel je deze optie in en maak je vervolgens een keuze in de lijst met beschikbare tijdzones in het veld Aangepaste tijdzone.

Aangepaste tijdzone

Als je Aangepast hebt geselecteerd in het veld Tijdzone, kun je elke tijdzone selecteren die in het systeem bekend is. Dit is nuttig als twee gebruikers in verschillende tijdzones een incident willen bekijken: met dezelfde tijdzone is het eenvoudiger vast te stellen dat hetzelfde incident wordt bekeken.

Formaat PDF-rapport

Selecteer het formaat A4 of Letter voor PDF-rapporten. Je kunt rapporten van gebeurtenissen maken.

Lettertype PDF-rapport

Selecteer het lettertype dat je wilt gebruiken in PDF-rapporten.

Logboekregistratie (voor technische ondersteuning)

Schakel de logboekregistratie van toepassingsgebeurtenissen in, bijvoorbeeld wanneer alarmen worden geactiveerd. Dit is hoofdzakelijk bedoeld om de technische ondersteuning te helpen bij het oplossen van mogelijke problemen in XProtect Smart Client.

Er zijn drie verschillende logbestanden:

  • ClientLogger.log
  • MIPLogger.log
  • MetadataLogger.log

De logboeken bevinden zich hier op het apparaat waarop XProtect Smart Client is geïnstalleerd:

C:\ProgramData\Milestone\XProtect Smart Client\Logs.

Deze logboeken verschillen van de Systeemlogboeken in XProtect Management Client.