Matrix (configuratie)
Matrix toevoegen aan weergaven
Als u livebeelden naar een MatrixProduct dat in bepaalde bewakingssystemen is geïntegreerd en waarmee livecameraweergaven op externe computers kunnen worden bestuurd voor gedistribueerde weergave. Computers waarop u Matrix-beelden kunt weergeven, worden Matrix-ontvangers genoemd.-ontvanger wilt verzenden, moet u eerst het onderdeel Matrix toevoegen aan een weergave. Alleen vanuit de weergave zelf kan de gebruiker de beelden naar een Matrix-ontvanger verzenden.
- Sleep in de modus Instellingen het element Matrix vanuit het deelvenster Systeemoverzicht naar de het weergave-item waar u Matrix-inhoud wilt toevoegen. Er wordt een blauwe rand weergegeven die aangeeft dat de weergavepositie Matrix-inhoud bevat.
- Wanneer u een weergave-item met Matrix content selecteert, dan kunt u de eigenschappen ervan opgeven in het deelvenster Eigenschappen.
Wanneer u livebeelden of opgenomen beelden bekijkt, kunt u dubbelklikken op een weergave-item met Matrix inhoud (of een weergave-item met een camera) om het te maximaliseren. Indien gemaximaliseerd, worden beelden van camera’s in het weergave-item met Matrix content in volledige kwaliteit weergegeven, ongeacht de geselecteerde beeldkwaliteit. Als u wilt zorgen dat de geselecteerde beeldkwaliteit ook van toepassing is op gemaximaliseerde beelden, schakelt u het selectievakje Behouden indien gemaximaliseerd in.
- Herhaal dit voor elk weergave-item met Matrix inhoud die u wilt toevoegen.
Matrix instellingen
In de modus Instellingen kunt u in het deelvenster Eigenschappen (zie Camera-instellingen) de instellingen voor weergave-items met Matrix content specificeren.
Naam |
Beschrijving |
---|---|
Vensterindex |
Hiermee kunt u de volgorde van het weergave-item wijzigen met Matrix content door een ander nummer te kiezen. U kunt alleen een nummer kiezen binnen het bereik dat wordt bepaald door het aantal Matrixweergave-items in uw weergave. 1 is de primaire positie, waarin altijd videobeelden van de meest recente gebeurtenis worden weergegeven. In positie 2 worden videobeelden weergegeven van de daarvoor gedetecteerde gebeurtenis. In positie 3 worden videobeelden weergegeven van de gedetecteerde gebeurtenis vóór de gebeurtenis in weergave-item 2, enz. |
Verbindingsinstellingen |
Hiermee kunt u de TCP |