Hotspots (configuratie)

Voordat u de hotspotGeslotenEen bepaalde positie om camerabeelden vergroot en/of in hoge kwaliteit te tonen in weergaven van XProtect Smart Client. kunt gebruiken, moet u het volgende doen:

  1. Hotspot aan een weergave toevoegen. Raadpleeg Hotspots toevoegen aan weergaven.
  2. Geef de hotspotinstellingen op. Raadpleeg Hotspotinstellingen.

Hotspots toevoegen aan weergaven

Als uw weergave een hotspot bevat en u klikt op een camera, dan worden de videobeelden van de camera in een hoge resolutie weergegeven in het hotspotGeslotenEen bepaalde positie om camerabeelden vergroot en/of in hoge kwaliteit te tonen in weergaven van XProtect Smart Client. weergave-item.

Volg deze stappen:

  1. Klik op Instellingen om de instelmodus te openen.
  2. Klik in het deelvenster Systeemoverzicht en sleep het onderdeel Hotspot naar het gewenste weergave-item in Weergave. Het weergave-item toont een hotspotpictogram: .
  3. Klik opnieuw op Instellingen om de instelmodus af te sluiten.
  4. (optioneel) Om de eigenschappen voor de hotspot in te stellen gaat u naar het deelvenster Eigenschappen in de modus Instellingen.

Als u bandbreedte wilt besparen, kunt u een lage beeldkwaliteit opgeven voor de andere weergave-items in de weergave en een hoge kwaliteit voor de hotspot.

Hotspotinstellingen

In het deelvenster Eigenschappen (zie Camera-instellingen) kunt u de instellingen voor de hotspotGeslotenEen bepaalde positie om camerabeelden vergroot en/of in hoge kwaliteit te tonen in weergaven van XProtect Smart Client. opgeven. De instellingen Livestream, Beeldkwaliteit, Framesnelheid en Hoogte-breedteverhouding behouden zijn van toepassing op alle camera’s in de hotspot.

Als u de eigenschappen wilt zien, moet u het weergave-item selecteren en vervolgens op Instellingen klikken.