Migreren van een kaart naar een Smart Map met het hulpmiddel voor kaartmigratie

Gebruik het hulpmiddel voor kaartmigratie om kaartafbeeldingen en de positie van apparaten en toegangscontrole-units van je bestaande kaart naar een Smart Map te migreren.

Vereisten vooraf:

  • Maak een back-up van je configuratie voordat je verdergaat met de kaartmigratie. Dit is om te voorkomen dat je items per ongeluk naar de smart map verplaatst.

  • Je moet ten minste één weergave met een beschikbaar weergave-item hebben ingesteld om een nieuwe smart map in te stellen.

  • Je moet toegang hebben tot de modus Instellingen in XProtect Smart Client.

Om je items van kaart naar smart map te migreren:

  1. Start vanuit het bovenste lint van XProtect Smart Client de modus Instellingen.

  2. Klik op de linkertaakbalk van de Smart Map op Een aangepaste bedekking toevoegen of een kaart importeren.

  3. Plaats de muisaanwijzer op de positie op de smart map waar je de kaartafbeelding wilt toevoegen en klik om deze te plaatsen.

  4. In het venster Aangepaste bedekking, geef je het volgende aan

    • (Optioneel) Geef de kaartafbeelding een naam. Als je geen naam voor de kaartoverlay hebt ingevoerd, krijgt de kaart automatisch dezelfde naam als de bestandsnaam van de kaartoverlay.

    • Selecteer Maps als je overlaytype en selecteer in het vervolgkeuzemenu de kaart die je wilt toevoegen.

  5. Controleer de informatiemelding. Zorg ervoor dat je een back-up van je systeemconfiguratie hebt gemaakt.

  6. Plaats de geïmporteerde kaartoverlay in een geografisch kloppende context op de Smart Map. Je kunt de afmetingen van de kaartoverlay aanpassen, verplaatsen of draaien, zodat deze overeenkomt met de juiste positie of gebouwsplattegrond op de smart map.

    Sla de wijzigingen op als je tevreden bent met het formaat en de positie van de kaartoverlay.

  7. Als je kaart apparaten of toegangscontrole-units bevat, moet je aangeven of je alleen de kaartafbeelding of alle items wilt migreren.

  8. Als je hebt aangegeven dat alle items moeten worden geïmporteerd en bepaalde items zijn al toegevoegd aan de smart map, moet je mogelijk de locatie van deze items aanpassen. Selecteer of je de huidige positie wilt behouden of deze wilt aanpassen.

Zodra je een keuze hebt gemaakt, verschijnt een melding van Windows Desktop die bevestigt dat je de items nu hebt toegevoegd.

Herhaal dit proces voor alle kaartafbeeldingen die je aan de smart map wilt toevoegen. Indien nodig kun je dezelfde kaartafbeeldingen nogmaals aan de smart map toevoegen. Bijvoorbeeld om de positie van bestaande items op de smart map bij te werken.